Hautes-Alpes

Het departement Hautes-Alpes, met Gap als hoofdstad, strekt zich uit in het zuidoosten van Frankrijk tegen de grens met Italië aan. De grenzen zijn: Isère en Savoie in het noorden, Italië in het oosten, Alpes de Hautes-Provence in het zuiden en Drôme in het westen.

De Hautes-Alpes zijn één groots bergland, van de 400 meter boven de zeespiegel gelegen rivier de Buëch tot de 4102 meter hoge Barre des Écrins, maar de zuidelijke zon doet zich er al duidelijk voelen.

Het departement wordt ingedeeld in acht streken: Grand Briançonnais in het noorden (met de hoogste toppen en cols van het Parc national des Écrins). Ten westen ervan strekt zich de Valgaudemar uit, in het zuidwestelijke deel van het genoemde park. Nog meer westelijk komt men terecht in de Champsaur, dat door de rivier de Drac gescheiden is van de Dévoluy.

Het zuidelijke deel van het departement wordt, van west naar oost, gevormd door de streken: Pays du Buëch, Gapençais et Durance, Embrunais-Serre-Ponçon, Guillestrois en Queyras (in het gelijknamige Parc naturel régional). Qua natuurschoon behoort het departement Hautes-Alpes tot de mooiste en belangrijkste van Frankrijk. www.hautes-alpes.net.


Vakantiehuizen en -appartementen in heel Frankrijk


Bezienswaardigheden Hautes-Alpes

Gap

Gap telt ongeveer 40.000 inwoners en is na Grenoble de drukste stad van de Hautes-Alpes. Tevens is het een belangrijke plaats aan de Route Napoléon. In het centrum staat de 19de-eeuwse Cathédrale Notre-Dame-et-St-Arnoux. De kathedraal is gebouwd in een neoromaanse stijl met gotische invloeden en bezit een hoge slanke toren.

Het Musée Départemental bezit o.a. een verzameling archeologische vondsten, wapens en vaandels. In de omgeving vindt u de oude bisschopsresidentie Château de Charance met een fraai park onderaan de de 1902 meter hoge Mont Charance. In het 220 hectare grote park wordt de alpenflora wetenschappelijk onderzocht door het Conservatoire Botanique National. Met een gemiddelde van 300 dagen zon per jaar is Gap een heerlijke vakantiebestemming. www.gap-tallard-vallees.fr.


Aiguilles

Aiguilles is de hoofdplaats van de Vallée du Guil. Tegenover het toeristenbureau zijn het Maison du Parc en het Bureau des Guides gevestigd. In de zomermaanden kunt u hier informatie verkrijgen over wandel- en trektochten in het Parc Régional du Queyras. In de Vallée du Guil liggen o.a de dorpjes Abriès, Ristolas en L’Echalp.


Briançon

Briançon is de schilderachtige hoofdstad van de Briançonnais. De oude stad, gelegen boven de dalen van de Guisane en de Durance, is omgeven door een dubbele muur met verschillende torens. Briançon is met 1326 meter de hoogst gelegen stad van Europa.

Vanwege de strategisch belangrijke positie van Briançon vlakbij de Frans-Italiaanse grens, had de door Vauban aangelegde vesting (eind 17de eeuw) belangrijke taken: in 1815 hield zij stand tegen een twintigvoudige overmacht van de Oostenrijkers en in 1940 moest zij Italiaanse aanvallen weerstaan. Vauban bouwde ook de kerk Notre-Dame in het begin van de 18de eeuw.

Beneden de oude stad overspant de 56 meter lange Pont d’Asfeld het ravijn van de Durance. De beneden de oude stad liggende nieuwe stad heeft minder te bieden. Tegenwoordig is Briançon een populair sportcentrum waar u in de winter kunt skiën en in de zomer kunt raften, fietsen en parapenten.

Le Briançonnais

Bij Briançon komen de dalen van de Guisane, de Clarée, de Haute-Durance, de Cerveyrette en van de Ayes bij elkaar. Samen met de Vallouise, een zijdal van de Durance, vormen zij de streek Briançonnais. In alle dalen heerst het milde klimaat van de zuidelijke Alpen. Toch heeft elk dal zijn eigen charme. In dit gebied kunt u prima wandelen op de beboste hellingen. In de zomer beklimmen veel bergbeklimmers de steile wanden en het hooggebied van deze streek bezit prachtige gletsjers.


Champsaur

De rustige streek Champsaur kan worden verdeeld in de Haut Champsaur en de Bas Chamsaur. Door het gebied stroomt de rivier de Drac.

Haut-Champsaur

Op ongeveer 4 kilometer te noorden van Gap ligt de Haut-Champsaur. In dit dal stroomt de bovenloop van de rivier de Drac. U kunt een rit door het dal maken over de D944. Bij de 1268 meter hoge Col de Manse komt u bij een wegsplitsing. Links vervolgt u de weg door het dal; rechts is een omweg die een mooi uitzicht biedt. Deze weg gaat langs de plaatsjes Ancelle en St-Léger-les-Mélèzes. Vanaf de Punt du Fossé komt u weer op de dalweg die u langs het gezamenlijke skistation van Orcières en Merlette voert.

Bas-Champsaur

Ten oosten van de Route Napoléon ligt de Bas-Champsaur. In het centrum van dit gebied ligt het karakteristieke stadje St-Bonnet. Het plaatsje bezit charmante oude huisjes, straatjes en pleintjes. St-Bonnet is een prima vertrekpunt voor een rit in de omgeving. De rit voert u langs dorpjes zoals La Fare-en-Champsaur, Les Farelles en Le Villard-de-Laye.

Het hoogste punt in dit gebied is het op 1600 meter hoogte gelegen St-Michel-de-Chaillol. De activiteiten op wintersportgebied zijn verenigd door de dorpjes St-Michel, Chaillol en het gelijknamige wintersportstation Chaillol. Vanaf St-Bonnet kunt u ook via de D17 over de 1664 meter hoge Col de Noyer naar St-Etienne-en-Dévoluy. Dit kleine toeristenplaatsje ligt in prachtig groene omgeving. Zuidwestelijk van St-Etienne-en-Dévoluy ligt op 1500 meter hoogte het wintersportstation Super Dévoluy.


Château-Queyras

Het fort van Château-Queyras is een goed voorbeeld van de architectuur van Vauban. Hij bouwde het al bestaande kasteel om tot een vesting. Het schitterend op een 1411 meter hoge rots gelegen fort maakte onderdeel uit van de verdedigingslinie waartoe ook Briançon en het fort van Mont-Dauphin behoorden. In het fort kunt u o.a. de donjon en de wasplekken van de soldaten bezichtigen.


Corps

Toen Napoleon terugkeerde uit ballingschap van het eiland Elba overnachtte hij op 6 maart 1815 in Corps. Het dorpje is hier nog steeds erg trots op. Het aardige dorpje heeft geen echte bezienswaardigheden maar wordt wel druk door toeristen bezocht.

In de omgeving van Corp kunt u namelijk goed wandelen en fietsen. Ook de nabijheid van het Lac du Sautet zal hierbij een rol spelen. In het dorpje zijn veel restaurants waar u o.a. kunt genieten van de plaatselijke likeur Sallettina.

Het Lac du Sautet bezit een 126 meter hoge stuwdam die ruim 125.000 miljoen m³ water tegenhoudt. Vlak bij de top van de stuwdam verbindt een brug de beide oevers van het meer. Vanaf de 160 meter hoge brug doet men in de zomer veel aan bungeejumping. In het meer kunt u prima zwemmen, roeien of kanoën.


Dévoluy

Ten westen van de Route Napoléon ligt de streek Dévoluy. Dit gebied wordt niet veel door toeristen bezocht. Voor natuurliefhebbers en wandelaars is er wel veel te zien. In het gebied liggen indrukwekkende kloven en diep grotten. In Dévoluy liggen de 2790 meter hoge Tête de l’Obiou, de 2759 meter hoge Grand Ferrand en de 2708 meter hoge Pic de Bure.


Embrun

Embrun ligt ten oosten van Gap aan het begin van het dal van de Durance. Embrun wordt ‘s zomers en ‘s winters door veel toeristen bezocht. De kerk Notre-Dame wordt beschouwd als de mooiste van de Dauphiné. Zij dateert uit het eind van de 12de-eeuw en bevat verschillende voorbeelden van Lombardijse beeldhouwkunst, verder gebrandschilderde ramen uit de 15de-eeuw en een van de oudste orgels van Frankrijk. Ook de kerkschat is zeer de moeite waard. ville-embrun.fr.


Lac de Serre-Ponçon

Het 3000 hectare grote stuwmeer Lac de Serre-Ponçon is het grootste meer in de Franse Alpen (buiten het half Zwitserse Meer van Genève om). Embrun is een prima uitvalbasis voor een tocht rond het meer. Vanaf de zuidelijke oever kunt u via de N94 aan de ongeveer 100 kilometer lange rondrit beginnen.


Laffrey

Het kleine Laffrey is een goede uitvalbasis voor een bezoek aan het Grand Lac de Laffrey. Op dit meer kunt u goed zwemmen, zeilen, roeien, kanoën en vissen. Ook kunt u er een waterfiets huren.


La Grave

La Grave (1526 meter) is door Les Plus Beaux Villages de France erkend als een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het is gelegen in het dal van de bovenloop van de rivier de Romanche en is het uitgangspunt voor wandelaars die tochten willen maken in het hooggebergte, met name in de Meije-groep met grote gletsjers. Een gondelbaan brengt toeristen in een mum van tijd tot op 3200 meter in het Nationaal park Les Écrins.

La Grave is ook bij wielrenners bekend. La Grave ligt halverwege de klim naar de Col du Lautaret, de poort naar de Col du Galibier en naar Briançon. Ook ligt het aan het parcours van de Marmotte, een jaarlijkse wielermarathon over de Col du Glandon, de Croix-de-Fer, de Télégraphe, de Galibier en de Lautaret met afsluitend de klim naar l’Alpe d’Huez. www.lagrave-lameije.com.


Montgenèvre

Via de N94 kunt u vanuit Briançon richting de Italiaanse grens rijden. De grens wordt hier gevormd door de 1854 meter hoge Col de Montgenèvre. Op de berg ligt het gelijknamige dorpje Montgenèvre. Dit wintersportdorp heeft ook in de zomer genoeg te bieden.

Via het Bureau des Guides et des Accompagnateurs kunt u deelnemen aan een wandelprogramma. Onder begeleiding van een ervaren gids kunt u meer te weten komen over de lokale geschiedenis en de flora en fauna van de regio. www.montgenevre.com.


Queyras

Ten zuidoosten van de Briançonnais ligt de groene streek de Queyras. Ook hier heerst het milde klimaat van de zuidelijke Alpen. In de zomer regent het er zeer weinig. De streek brengt heerlijke producten voort zoals honing, kaas en forel. Uniek in de Queyras is de aanwezigheid van twee kerken in ieder dorp, een katholieke en een protestantse.

Via de 2744 meter hoge Col Agnèl kunt u een uitstapje naar Italië maken. In het gebied ligt het 65.000 hectare grote Parc Naturel Régional du Queyras. Het grootste dorp in dit park is Molines-en-Queyras met ongeveer 375 inwoners. De meeste toeristen nemen echter een kijkje in St-Véran. Dit op 2040 meter hoogte gelegen dorp is het hoogst gelegen permanent bewoonde dorp van Europa.

De hoogste berg is de 3387 meter hoge Pic de la Font-Sancte. De mooiste berg is echter de 3841 meter hoge Monte Visto. Deze in Italië gelegen berg behoort feitelijk niet tot het park. In het park leven dieren zoals de koningsadelaar en de steenbok.


Route Napoléon

De Route Napoléon is een toeristische route in Zuid-Frankrijk. Ze werd in 1932 geopend en slaat terug op het historische traject dat Napoleon Bonaparte volgde toen hij terugkeerde uit ballingschap van het eiland Elba. De route wordt gemarkeerd met het keizerlijke adelaarsteken.

De 177 kilometer lange weg loopt via de N85 van Cannes tot Sisteron. Na zijn ontsnapping van Elba ontscheepte Napoleon op 1 maart 1815 in de Golfe-Juan nabij Cannes en verkeerde in gezelschap van een aantal getrouwen die hem steunden bij het heroveren van zijn keizerstitel. Napoleon reisde via de de vallei van de Durance naar Parijs om zo eventueel verzet van koningsgezinde dorpen in de Rhônevallei te ontlopen.

De Route Napoléon loopt onder meer via Grasse, Digne en Gap. Tijdens zijn reis groeide de groep sympathisanten alsmaar aan, zodat hij na zes dagen als een volksheld in Parijs aankwam.


Saint-Martin-de-Queyrières

Zuidelijk van Briançon ligt het dorpje Saint-Martin-de-Queyrières. Er staan enkele leuke huizen met oude gevels en arcaden. Andere bezienswaardigheden zijn de Église St-Martin en de brug over de Durance. De 14de-eeuwse Église St-Martin bezit een flinke toren uit de 15de-16de eeuw.

De brug over de rivier de Durance is 18de-eeuws. Vanaf de Table d’orientation ‘Belvédere du Pelvoux’ heeft u mooi zicht op het dal van Vallouise en een deel van het Massief van de Écrins.


Saint-Véran

Saint-Véran is een bergdorp dat bereikbaar is vanuit Briançon of Guillestre. Het ligt op 2040 meter hoogte en claimt de hoogst gelegen gemeente te zijn in Europa. Het dorp is door Les Plus Beaux Villages de France erkend als een van de mooiste dorpen van Frankrijk.

De weg leidt via Château Queyras en stijgt over 14 kilometer 650 meter naar Saint-Véran. Dit zonovergoten bergdorp biedt een mooi uitzicht over het dal van de Aigue Blanche. Een voetpad loopt nog 6 kilometer hoger de bergen in naar de kapel van Notre-Dame-de-Clausis (2390 meter). www.saintveran.com.


Valleien van Hautes-Alpes

Vallée de la Guisane

De Vallée de la Guisane loopt van Briançon tot aan de 2058 meter hoge Col du Lautaret. Voor de wintersportactiviteiten presenteren de dorpjes in dit dal zich onder de naam Serre-Chevalier. In de dorpjes staan veel hotels en appartementen om de wintersportgasten onderdak te kunnen bieden.

In het dal van de Guisane liggen o.a. de dorpjes Chantemerle, La Salle, Saint-Chaffrey, Le Casset en het grote wintersportcentrum Le Monêtier-les-Bains. Vanaf Le Casset kunt u een deel van het langeafstandswandelpad GR10 lopen. De wandeling gaat over de 2340 meter hoge Col d’Arsine naar de Refuge de l’Alpe de Villar d’Arène op 2079 meter. De gehele wandeling neemt ongeveer 6 uur in beslag.

Vallée de la Clarée

De Vallée de la Clarée ligt 3,5 kilometer buiten Briançon in de richting van Italie. Vanaf het plaatsje La Vachette kunt u het dal betreden. Dit stukje ongerepte natuur is erg rustig. U kunt er uren wandelen zonder iemand tegen te komen. Ander dorpjes in het dal zijn o.a. Val-des-Prés, Plampinet en Névache.

Vallée du Drac Blanc

De Vallée du Drac Blanc is een zijdal van de Drac die vier kilometer na de Pont du Fossée naar links afsplitst. De natuur is er ongerept en wild te noemen. De rivier Drac Blanc die door het dal stroomt kan zich nogal onvoorspelbaar gedragen. In het dal liggen de plaatsjes Champoléon en Les Auberts. De langeafstandswandelroute GR 54 loopt via Les Auberts. Vanaf hier kunt u verschillende wandelingen starten. Via de gemarkeerde paden zijn verscheidene berghutten te bereiken. De bergtoppen in de omgeving kunnen onder leiding van een gids worden beklommen.

Vallée de la Durance

De vallei van de Durance loopt door de vier departementen Alpes-de-Haute-Provence, Bouches-du-Rhône, Vaucluse en de Hautes-Alpes. De rivier de Durance meet een lengte van 320 kilometer en ontspringt bij Briançon.

De vallei van de Durance in het departement Hautes-Alpes loopt vanaf Briançon tot Guillestre. In de vallei liggen twee belangrijke plaatsen. Vanaf L’Argentière-la-Bessée heeft u toegang tot het zijdal van de Durance, de Vallouise. In het dorpje is het Musée des Mines d’Argent gevestigd dat gewijd is aan de zilverloodmijnen van vroeger.

De 15de-eeuwse Église St-Apollinaire is aan de buitenkant voorzien van muurschilderingen. Vanaf het plaatsje Guillestre heeft u toegang tot het Parc Naturel Régional du Queyras. Het oude vestingstadje Guillestre is in de zomer een druk plaatsje. Van de vestingmuur staan alleen de Porte du St-Esprit en de Porte de Ste-Catherine nog overeind. Bij het Maison du Parc kunt u informatie krijgen over het park en wandel- en trektochten.

Vallée de la Cerveyrette

De Vallée de la Cerveyrette loopt vanaf Briançon in zuidoostelijke richting, door de nauwe kloof van de Gorges de la Cerveyrette, richting de 2360 meter hoge Col d’Izoard. Halverwege deze route komt u bij het dorpje Cervières. Vanaf hier heeft u mooi zicht op de top van de 4102 meter hoge Barre des Écrins. Ter hoogte van Le Laus ziet u de top van de 3325 meter hoge Pic de Rochebrune.

Vallée de La Vallouise

Het dal van de Vallouise bestaat uit bossen, alpenweiden en ruige bergwanden. De riviertjes Gyr, Gyronde en St-Pierre stromen er doorheen. Vanaf L’Argentière-la-Bessée kunt via de D994e door het dal van de Vallouise rijden.

Dit is de enige weg door het dal die naar het Parc National des Écrins loopt. De 24 kilometer lange weg vanaf L’Argentière-la-Bessée loopt tot de midden in het massief gelegen,1874 meter hoge, Pré de Madame Carle. Dit is het eindpunt wat de auto betreft. Er is hier een grote parkeerplaats die in de zomer wel eens vol kan zijn.

De weg naar Pré is, afhankelijk van het weer, ongeveer geopend vanaf half mei. In het Maison du Parc kunt u informatie verkrijgen over het park en wandel- en trektochten. In het dal bevinden zich o.a. de dorpjes Les Vignaux, Vallouise, Puy-St-Vincent en Pelvoux.

Vallée du Valgaudémer

de Vallée du Valgaudémer dringt diep door in het Parc National des Écrins en is erg populair bij bergbeklimmers en wandelaars. De noordkant van het dal bezit goed te beklimmen gesteente en de zuidkant is meer bebost. In het dal liggen 8 berghutten die via de prima gemarkeerde paden makkelijk te vinden zijn. Het plaatsje St-Firmin is een goed startpunt voor activiteiten in het dal.

Vallée de l’Aigue Agnelle

Het dorpje Ville-Vieille is de toegangspoort tot de Vallée de l’Aigue Agnelle. Zuidelijk van Ville-Vieille begint de weg door de Vallée de l’Aigue Agnelle. In het dal liggen o.a. de dorpjes Molines-en-Queyras en Saint-Véran.