
Het departement Gard, met het beroemde Nîmes als hoofdstad, ligt in het zuiden van Frankrijk aan de rechteroever van de Rhône. Het grenst in het noorden aan de Lozère en de Ardèche, in het oosten aan Vaucluse en Bouches-du-Rhône, in het zuiden aan de Middellandse Zee en Hérault en in het westen aan Aveyron. Het is een deel van de regio Occitanie en er wonen ongeveer 700.000 mensen. Het landschappelijk meest indrukwekkende deel van de Gard ligt in het westen en noordwesten: het schitterende nationaal park van de Cevennen, met zijn scherpe kammen en diepe rivierdalen.
Ten oosten en ten zuiden daarvan strekt zich, tot aan de Rhône, een ongelofelijk aantal wijngaarden uit, tegenwoordig meer en meer afgewisseld met boomgaarden en groenteteelt. Het zuidelijkste deel van de Gard is een moerasachtige streek, de Petite Camarque, met haar voeten in het blauw van de Middellandse Zee. Ook kunsthistorisch heeft de Gard veel te bieden: het Gallo-Romeinse patrimonium van Nîmes, het ‘pauselijke’ Villeneuve-lès-Avignon, de Pont du Gard en talrijke fraaie kerken, kastelen en musea. Het departement telt bijna 300 zondagen per jaar. www.tourismegard.com.
Vakantiehuizen en -appartementen in heel Frankrijk
Bezienswaardigheden Gard
Nîmes
Nîmes telt ongeveer 145.000 inwoners en is gelegen in het gebied van de Cevennen. De stad trekt vooral bezoekers aan door zijn gebouwen uit de Romeinse tijd, hoewel de bijnaam ‘het Franse Rome’ ietwat overdreven is. De hoofdstad van het departement Gard is de geboortestad van de dichter Alphonse Daudet (1840-1897). Er is een confectie- en schoenenindustrie en de stad is bekend om de handel in wijn en vruchten. Het Romeinse amfitheater is wereldberoemd. Andere bezienswaardigheden zijn o.a. het Maison Carrée (die wordt beschouwd als een van de best bewaarde Romeinse tempels in Frankrijk), de romaanse kathedraal Notre-Dame-et-Saint-Castor, de Jardin de la Fontaine, het Carré d’Art (museum van moderne kunst) en het Musée du Vieux Nîmes (over het leven in Nîmes vanaf het einde van de Middeleeuwen). www.nimes-tourisme.com.
Aigues-Mortes
Het ruim 8.000 inwoners tellende Aigues-Mortes behoort tot de best bewaard gebleven middeleeuwse steden van Frankrijk. Aigues-Mortes (‘Dood Water’) ligt midden in de zoutmoerassen van het natuurgebied Petite Camargue, 5 kilometer van Le Grau-du-Roi. Het is de plaats van waaruit koning Lodewijk de Heilige in 1248 met een vloot van 38 schepen de eerste kruistocht ondernam. De stad werd door hem gesticht en van muren en torens voorzien, die zijn zoon Philip de Stoute uitbreidde. Nog steeds ziet de stad er met zijn hoge muren middeleeuws uit en is sinds 1300 nauwelijks veranderd. De stad dient regelmatig als decor voor middeleeuwse films.
De huidige haven aan de voet van de vestingmuur stamt uit de 19de eeuw. De muren met een omtrek van meer dan 1500 meter omvatten de stad, waarvan de plattegrond aan een dambord doet denken en welke men binnengaat door de Porte de la Gardette. De Tour de Constance is een enorm rond bouwwerk (donjon) die bekroond wordt door een slanke wachttoren. De donjon bevat de zaal van de wachters (Salle des Gardes) en de zaal van de ridders (Salle des Chevaliers). Tevens kunt u in de toren de voormalige gevangenis bezichtigen. Via een trap van 190 treden komt u op het terras. Vanaf hier heeft u een erg mooi uitzicht over de streek. De voetgangersstraten, de mooie kapellen en de talrijke evenementen en activiteiten maken Aigues-Mortes tot een bijzonder aangename pleisterplaats aan het Canal du Rhône à Sète. www.ot-aiguesmortes.fr.
Alès
De heuvel van de Ermitage, met de resten van een Gallo-Romeinse vesting, biedt een fraai uitzicht op de omgeving. Niet ver daar vandaan herinnert het mijnmuseum aan de 23.000 mijnwerkers (in 1948) van Alès, dat sinds de 19de eeuw één van de belangrijkste steenkoolgebieden van Frankrijk was. Stap in de kooi om af te dalen naar de harde realiteit van deze onderaardse wereld. Dankzij uw gids zal de harde arbeid van een hele familie, de paarden en de machines geen geheimen meer voor u hebben. Er zijn Nederlandstalige boekjes ter beschikking tijdens de rondleidingen in het Frans. Tijdens de zomervakantie zijn er mogelijkheden tot een Engelstalige of Duitstalige rondleiding.
Louis Pasteur heeft vergeefs getracht de in de voorgaande eeuw welvarende zijde-industrie te redden van de peperspikkelziekte die de zijderupsen doodde. De mijnbouw, gesteund door de spoorweg, schonk de stad echter een nieuw tijdperk en de beroemde mijnbouwschool. Alès, de hoofdstad van de Cevennen, ligt aan de voet van het bergmassief in een bocht van de Gardon. Dicht bij het oude stadscentrum, vond naar verluidt in de herberg van de Coq Hardi in 1629 de ondertekening plaats van de Vrede van Alès door Richelieu. Dit verdrag voor de vrijheid van godsdienst was een belangrijk moment voor deze protestantse stad.
De nabij gelegen kathedraal Saint-Jean, die Romeinse, gotische en neoklassieke elementen verenigt, is gebouwd op de resten van een Romeinse tempel. In het centrum bieden fonteinen, voetgangerstraatjes en terrassen de nodige verfrissing. In de zomer vinden er voorstellingen en concerten plaats in het openluchttheater bij het fort van Vauban. Rond Hemelvaartsdag viert de stad elke jaar de ‘feria‘, swingend op het ritme van de bodega’s en de stierengevechten. Het centrum van de stad trekt dan 300.000 bezoekers. In de winter is het de beurt aan het festival ‘Itinérances’, het ontmoetingspunt voor filmliefhebbers. www.ales.fr.
Anduze
Anduze is de toegangspoort tot de Cevennen vanwege zijn ligging aan een sluis langs de Gardon. Het ‘Genève van de Cevennen’ trekt veel bezoekers. De machtige Heerlijkheid, die in 1266 bij de Franse kroon gevoegd werd, maakte een snelle bloei door dankzij de zijdecultuur. In 1296 wordt hier melding gemaakt van de eerste zijdespinnerijen van Frankrijk. Tijdens de hoogtijdagen waren er wel 20. De vele handelscontacten brachten de ideeën van de Hervorming waarvan Anduze in 1570 het leengoed werd. Van de vestingmuren, die in 1624 verwoest werden, is alleen de Tour de I’Horloge overgebleven. Zeldzame Aziatische en Amerikaanse bomen, en planten zijn te vinden in Prafrance, in een park 2 kilometer ten noorden van Anduze, dat het toneel is geweest van veel Franse films.
Musée de Désert
In het geboortehuis van de leider van de Camisards, Roland, herleeft in het Musée du Désert, vlakbij Anduze, het Hugenotenverleden van de 12de tot de 18de eeuw. De Camisards waren Hugenoten uit de ruige en geïsoleerde Cevennen en uit de Vaunage in Zuid-Frankrijk. Via 15 zalen en meer dan 4000 voorwerpen wordt het leven van de Hugenoten in de Cevennen opgeroepen. De nadruk ligt vooral op de periode van de ‘Désert’, van de herroeping van het Edict van Nantes tot het Edit de Tolérance en over de vindingrijkheid van de Hugenoten om hun geloof te blijven beleven ondanks de repressie door de koningen. www.museedudesert.com.
Beaucaire
Beaucaire staat bekend vanwege zijn drukbezochte markt waar zo’n 300.000 mensen op af komen. Deze markt wordt jaarlijks in juli in de arena van Beaucaire gehouden. Deze markt bestaat al zeven eeuwen en werd in 1217 ingesteld. Een andere bezienswaardigheid is het 11de-eeuwse slot, dat na een restauratie in de 13de eeuw door Richelieu werd verwoest. De ruïnes bevatten een driehoekige toren, hofjes en een Romaanse kapel. Bezienswaardig zijn ook de Chapelle St-Louis en het Hôtel de Ville. www.provence-camargue-tourisme.com.
Abbaye de St-Roman
Op 5 kilometer van Beaucaire vindt u de abdij de St-Roman. Deze uit de 5de eeuw stammende abdij is in heel Europa als enige uit een rots gehouwen. www.abbaye-saint-roman.com.
Le Cailar
Le Cailar is een typisch dorp van de Camargue en bezit fraaie cirkelvormige straatjes, een Romaanse kerk uit de 11de eeuw en een geklasseerde arena. De stierentraditie is hier zeer aanwezig en in de weilanden rondom het dorp staan talrijke kuddes. Bijzonder is de unieke bewegwijzering die gemaakt is door de kunstschilder François Boisrond. www.lecailar.fr.
Calvisson
Op de top van de Roc de Gachonne (van het Occitaans ‘agachoun’, plaats vanwaar men bespiedt) rijzen de grote silhouetten op van drie molens, die eind 18de eeuw gebouwd werden. Bovenop een van hen geeft een oriënteringstafel het uitzicht aan, dat zich uitstrekt van de zee tot aan de Cevennen. Een voetpad van 16 kilometer is rond de heuvel aangelegd. In het Maison du Boutis in het charmante dorp Calvisson worden bijzonder interessante voorwerpen uit de 18de en 19de eeuw tentoongesteld. www.la-maison-du-boutis.fr.
Gallician
Rond het meer van Scamandre bij Gallician ligt het grootste rietland van Europa. Rietstengels zover het oog reikt vullen hier 3000 hectare en vormen een ideaal gebied voor talloze diersoorten. Sinds deze ware ark van Noach in 1993 tot een beschermd natuurgebied is verklaard zijn de eenden, blauwe reigers, zangvogels en bunzings hier een lust voor het oog van de nieuwsgierige wandelaars. Maar deze betoverende streek dankt zijn aantrekkingskracht ook aan de nog aanwezige traditionele activiteiten van de mens. De meest bekende is het rietsnijden voor de daken van de traditionele woningen van de gardians, de ‘cowboy’ van de Camargue die de kudde paarden of stieren verzorgt.
Le Grau-du-Roi
Le Grau-du-Roi ligt op een landtong tussen de Camargue en de Middellandse Zee en is een van de grotere badplaatsen van de Languedoc. De plaats wordt jaarlijks door zo’n 200.000 vakantiegangers bezocht. Het historisch dorp ligt rond de monding van de Grau en langs de stranden. De stranden van Le Grau-du-Roi bezitten alle gebruikelijke voorzieningen die men van een badplaats mag verwachten. Ten oosten van de grootste jachthaven van Europa met meer dan 4300 ligplaatsen, de Port Camarque, liggen ruime stranden met veel ruimte.
Het Seaquarium in Le Grau-du-Roi is een modern en educatief zeedierenpark dat o.a. gewijd is aan de flora en fauna uit de Middellandse Zee. Er is ook een aquarium met tropische inhoud en een bassin met haaien. Het onderdeel Musée de la Mer vertelt over de geschiedenis van de mens en de zee. Langs de weg naar Le Grau-du-Roi glinsteren de 20 meter hoge en 400 meter lange zoutbergen van de Compagnie des Salins du Midi. Ze doen denken aan sneeuwduinen, ware het niet dat de temperatuur hier in de zomer oploopt tot 35º C in de schaduw.
De Salins du Midi behoren tot de oudste zoutwinningen van de Middellandse Zee en produceren op een kleine 11.000 hectare elk jaar 500.000 ton zout. Dit zout, ruimschoots aanwezig in de kleibodem, kent weinig regenval en een intensieve verdamping. De Salins du Midi zijn van april tot en met oktober geopend voor bezichtiging. Hier kunt u de zoutwinning door de ‘sauniers’ bijwonen en een tocht over het terrein maken met een toeristisch treintje.
Génolhac
Génolhac, aan de voet van de Mont Lozère en op de Voie Régordane, is een vredig typisch Cevenols dorp met granieten huizen. De Romaanse kerk met zijn ‘clocher à peigne’ is erg representatief voor de religieuze gebouwen van het bovendal van de Cèze, in Bonnevaux treft men hier bijvoorbeeld ook een voorbeeld van aan. Vlakbij het dorp biedt het Belvédère des Bouzèdes een rijk panorama over de Cevennen, terwijl de Jardin du Tomple, op de weg naar Concoules, met zijn talrijke bloemen een zee van kleuren vormt.
Mont Aigoual
De Mont Aigoual, die een hoogte heeft van 1567 meter, het hoogste punt van het departement, heeft een zeer ruw klimaat met stormen die een snelheid kunnen bereiken van 250 km/u en een gemiddelde neerslag van 2000 mm per jaar. Niet verwonderlijk dat zijn naam letterlijk van water is afgeleid, of liever van ‘aygues’.
Als de hemel echter vrij van wolken is, hebt u een grandioos uitzicht tot aan de Mont Blanc, de Mont Ventoux, de Pic du Midi en zelfs tot de Middellandse Zee die 70 kilometer verderop ligt. Météo France, die zo verstandig is geweest al in 1887 al een observatorium op de berg te zetten – nu het laatste bergobservatorium in Frankrijk -, biedt een expositieruimte van 500 m² over de kunst van de weersvoorspelling. Voor wandelaars is het goed om te weten dat u met het pad genaamd de Quatre-Mille-Marches de top van de Aigoual vanuit Valleraugue kan bereiken via een hoogteverschil van meer dan 1000 meter.
Pont du Gard
Pont du Gard, dichtbij Remoulins, op de weg naar Uzès, is de grandioze, kort voor onze jaartelling gebouwde Romeinse waterleiding, die de Gardon overbrugt en het water uit de buurt van Uzès naar Nîmes leidde. De brug dateert uit circa 19 v.C. en is een van de grootste bezienswaardigheden van de Provence. Men kan op elke verdieping van het bouwwerk komen. De afmetingen zijn gigantisch: De onderste verdieping met 6 bogen is 142 meter lang, 6 meter breed en 22 meter hoog; de middelste verdieping met 11 bogen is 242 meter lang, 4 meter breed en 20 meter hoog; de bovenste verdieping (de waterweg) met 35 bogen is 275 meter lang, 3 meter breed en 7 meter hoog. De Site du Pont du Gard heeft een museum over de geschiedenis van aquaduct. www.pontdugard.fr.
Pont St-Esprit
Het stadje Pont St-Esprit dankt zijn naam aan de tussen 1265 en 1309 gebouwde brug over de Rhône, die circa 1000 meter lang is en 25 bogen heeft (waarvan nog 19 oorspronkelijke). U heeft een mooi overzicht vanaf het terras bij de kerk St-Pierre uit de 17de eeuw.
Saint-Gilles-du-Gard
Saint-Gilles-du-Gard wordt ook wel ‘de poort naar de Camargue’ genoemd. Het geniet vooral bekendheid vanwege de Abdij de St-Gilles. De stad is gevestigd rond deze abdij die vanaf de 7de eeuw op de weg naar Santiago de Compostela gebouwd werd. De abdij had in de middeleeuwen enorme afmetingen maar werd tijdens de godsdienstoorlogen zwaar beschadigd. De gevel bevat een uit de 12de eeuw daterend gebeeldhouwd lijdensverhaal van het christendom. Deze prachtige gevel behoort tot de mooiste in de Provence en is gemaakt in de beste ateliers uit die tijd (Toulouse, Moissac, Cluny).
In de crypte van de romaanse abdijkerk ligt de uit Griekenland afkomstige kluizenaar St-Gilles. St-Gilles woonde hier als kluizenaar nadat hij zijn bezittingen aan de armen had gegeven. Zijn graftombe trok zoveel pelgrims dat de stad op een gegeven moment 30.000 inwoners telde. Ook vindt u er de beroemde Vis de Saint-Gilles; de meest zeldzame spiraalvormige trap ter wereld. De stad zelf heeft een bezienswaardige haven, oude straatjes met huizen met prachtige voorgevels en het charmante Musée de la Maison Romane. www.payssaintgilles-tourisme.fr.
Saint-Hippolyte-du-Fort
De stad die op de eerste voorlopers van de Cevennen ligt, dankt zijn naam aan het fort dat hier in 1704 onder leiding van Vauban werd gebouwd om de protestantse rebellen in het oog te houden. Het heeft de ontwikkeling van uitgebreide textielactiviteiten en de aanwezigheid van talrijke zijdespinnerijen te danken aan zijn positie aan de oever van de Vidourle. Deze geschiedenis is trouwens niet verloren gegaan, want u kunt hier een zeer compleet ecomuseum bezoeken, waar u alles kunt zien over deze traditionele en moderne activiteit van het kweken van de zijderups tot aan het weven van de stoffen. Saint-Hippo, zoals men hier zegt, is een zeer aangename plaats om aan te doen.
Saint-Jean-du-Gard
Loom ligt de hoofdstad van de Camisards aan de Gardon langs een hoofdstraat en aan de voet van de Tour de l’Horloge, het enige overblijfsel van een Benedictijner priorij uit de 12de eeuw. Dit Hugenotenbastion was ook bekend door de zijde-industrie. Hiervan getuigt de zijdespinnerij ‘Maison Rouge‘, die in 1965 als laatste in Frankrijk zijn deuren sloot. De herinnering aan de zijde-industrie wordt bewaard in het fantastische Musée des Vallées Cévenoles dat met een oppervlak van 600 m2 een beeld geeft van de volkskunst en tradities. De stad is het vertrekpunt voor een wandelgebied van meer dan 150 kilometer aan paden. Elk jaar op Hemelvaartsdag en Allerheiligen trekt een festival wandelliefhebbers in de voetsporen van hun glorieuze voorganger, Robert-Louis Stevenson, die hier in 1878 zijn beroemde reis met een ezel beëindigde.
Saint-Laurent-d’Aigouze
Saint-Laurent-d’Aigouze is een typisch dorp van de Camargue die zijn charme heeft weten te behouden. In het centrum van het dorp vindt u het cirkelvormige Place de la République met rondom oude platanen. Op dit plein staan twee gebouwen die op een wonderlijk wijze met elkaar zijn verbonden. De kerk uit de 17de eeuw wordt geflankeerd door een monumentale stierenvechter Arena. www.tourisme-saint-laurent-daigouze.fr.
Sauve
Sommigen beweren dat de stad haar naam ontleent aan de salie (sauge) die een aantal inwoners van de pest zou hebben gered. Realiteit of legende, wij zijn graag bereid te geloven dat deze geschiedenis deze geur met die aparte frisheid en energie, die vandaag nog tussen haar stadsmuren hangt, in de vooraanstaande stad aan de rand van de Cevennen, heeft achtergelaten. Ook al lijkt de hoofdstad van de Salavès, met zijn 11de-eeuwse Pont Vieux, zijn versterkte poorten, overblijfselen van stadsmuren en hoge torens, wel een middeleeuws museum, toch worden hier het hele jaar door tal van activiteiten ontwikkeld die vooral veel jongeren en kunstenaars trekken.
Het Huis Sauve, dat ooit 10.000 inwoners had, beheerste een gebied dat zich tot voorbij Montpellier uitstrekte en bezat rond de 12de-eeuw ook het privilege geld te mogen slaan. Uit de bloeitijd heeft Sauve nog steeds een zekere grandeur overgehouden. Naast andere bezienswaardigheden, zoals het interessante Conservatoire de la Fourche en Bois de Micocoulier (Ambachtelijk Museum van de Lotushouten Hooivork) en een ongewone rotsenzee, geeft het ook een sfeer van het goede leven, die je altijd bij zal blijven. www.ville-de-sauve.fr.
Sommières
Sommières, gevestigd bij een 17 bogen tellende Romeinse brug over de Vidourle, die in de 1ste eeuw onder Tiberius gebouwd werd, krijgt pas vanaf de 9de eeuw bekendheid. Huid, wol, de distillatie van aromatische essences samen met de vanaf de Middeleeuwen beroemde markten, verklaren de rijke herenhuizen die er nu te bewonderen zijn. Naast de koele straatjes, pleinen en arcaden, kunt u er genieten van een prachtig panorama vanaf de enige 25-meter hoge toren van het op een rotspunt gelegen kasteel. Lawrence Durell, de beroemde Britse schrijver die tot zijn dood in 1990 in deze stad woonde, schreef: ‘Ik moet toegeven dat ik niets mooiers gezien heb dan Sommières’. www.ot-sommieres.com.
Uzès
Uzès, dat een reputatie heeft als Kunststad, karakteriseren als bekoorlijk is eerder een understatement. Vanaf 419 was het Eerste Hertogdom van Frankrijk de zetel van een bisdom. Lange tijd was het gespecialiseerd in zijden kousen en het is ook beroemd geworden, omdat hier in 1472 een van de eerste boeken van het koninkrijk gedrukt werd. Het hertogelijk paleis, waarvan de bouw in de 11de eeuw werd begonnen, omvat een uitgebreid gebouwencomplex, de 12de-eeuwse Tour Fenestrelle die veel weg heeft van een Lombardische campanilla en de kathedraal Saint Théodorit met een uitzonderlijk orgel zijn enkele van de 48 geklasseerde bezienswaardigheden die u niet mag missen.
Maar Uzès is ook, en misschien vooral, een stad met een bijzonder levenszachtheid, met zijn prachtige Place aux Herbes, dat u beslist eens op een marktdag moet bezoeken, zijn indrukwekkende herenhuizen en pittoreske straatjes. Het enthousiasme van Racine, die er in 1662 verbleef en wie dankzij de lokale schoonheden definitief zou hebben afgezien van een religieuze carrière, is goed te begrijpen. Schreef de jonge dichter niet aan zijn neef in Parijs: ‘Onze nachten zijn mooier dan uw dagen…’ www.uzes-pontdugard.com.
Vézénobres
Vézénobres is één van die dorpen waar je je meteen toe aangetrokken voelt, en vanaf de eerste stappen die je er zet, wil je nog maar één ding: de straatjes oplopen, die het doorkruisen als de walegangen van een schip, om steeds hoger te klimmen. Want vanuit de middeleeuwse stad aan de voet van de Cevennen, vastgeklemd op een rotspunt van 219 meter hoog die de samenloop van de Gardon d’Alès en de Gardon d’Anduze domineert, kun je alles overzien. De oriënteringstafel op de top, die de wandelaar uitleg geeft van het grenzeloze uitzicht, getuigt hiervan.
Voordat Vézénobres over de Voie Régordane waakte, was het één van de 24 versterkte plaatsen die de Romeinse kolonie Nîmes beschermden. De stad heeft de rijke architectuur van de 12de tot 14de eeuw weten te bewaren tegen de aanvallen van het schreeuwerige modernisme. Het is vanaf de Middeleeuwen beroemd om zijn productie van gedroogde vijgen, welke traditie het onlangs een nieuw elan gegeven heeft. Een boomgaard met 800 bomen heeft tot doel een honderd variëteiten te behouden, terwijl twee jaarlijkse feesten tientallen producenten en duizenden bezoekers trekken. www.vezenobres.fr.
Le Vigan
De stad die in de Middeleeuwen gesticht werd aan de voet van de Aigoual, heeft zich ontwikkeld aan de oevers van de Arre. Voorbij de bekoorlijke Romaanse brug, kronkelen de straatjes en je kunt er prachtige binnenplaatsen en fonteinen bewonderen achter hoge gevels van 17de- en 18deeeuwse huizen. De stad van de beroemde Pomme Reinette is dank zij de talrijke feesten, jaarmarkten en festivals, bijzonder levendig. Vertrekpunt van schitterende wandelingen op de Causse de Blandas, een verlaten kalksteenplateau, herbergt Le Vigan ook een geweldig Cevenols museum. Dit biedt fraaie reconstructies van volkskunsten en tradities in een oude middeleeuwse leerlooierij, omgebouwd tot zijdespinnerij en later handschoenenfabriek.
Villeneuve-lès-Avignon
Villeneuve-lès-Avignon kunt u bereiken vanuit Avignon via de Pont Daladier over de Rhône. Het oude centrum strekt zich uit vanaf de Tour de Philippe le Bel uit 1307 tot achter de vesting St-André en het Chartreuse du Val-de-Bénédiction. Vanaf de toren Philippe le Bel heeft u een mooi uitzicht over Avignon. Vanaf de torens bij de ingang van het uit de 14de eeuw stammende Fort St-André is het uitzicht nog mooier. Tussen de twee torens staat de eveneens uit de 14de eeuw stammende Église Collégiale Notre-Dame. De voormalige abdij Chartreuse du Val-de-Bénédiction is tegenwoordig een cultureel centrum. U vindt er drie kruisgangen en een kapel gewijd aan Johannes de Doper. De fresco’s zijn van Giovanetti da Viterbo. In het Musée Pierre de Luxembourg hangt het schilderij ‘De kroning van Maria’ uit 1453 van Enguerrand Quarton. Dit schilderij wordt beschouwd als het beste uit de school van Avignon.